V.I. Lenin

De lessen van de staking in België


Geschreven: 8 mei 1913
Bron: Vlaams Marxistisch Tijdschrift, nr. 1, 5e jg., maart 1970
Vertaling: onbekend
Deze versie: spelling en hernummeren van voetnoten
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 06 augustus 2009


Verwant:
Massastaking, partij en vakbonden
Algemene werkstaking en sociaaldemocratie
De revolutionaire massa-actie

Onder het pseudoniem K.O. schreef Lenin in de “Pravda” van 8 mei 1913 [1] een artikel waarin de les getrokken werd uit de algemene staking voor het eenvoudig, algemeen stemrecht, die in België van 14 tot 24 april plaatsgevonden had.
Het artikel geeft blijk, in al zijn beknoptheid, van een diepgaande kennis van de Belgische politieke werkelijkheid en van een buitengewoon oordeelsvermogen. Het geeft daarbij een bewijs van de grote belangstelling die de staking van 1913 in gans Europa verwekt heeft.[2]
Zonder dat ze het artikel in de “Pravda” gelezen hadden kwamen de meest bewuste elementen van de linkerzijde in de BWP, en meer speciaal Joseph Jacquemotte, tot opvattingen die in de lijn van Lenins beschouwingen lagen: noodzakelijkheid zich los te maken van de liberalen en een einde te stellen aan de overheersing van de parlementaire groep, noodzakelijkheid de socialistische arbeidersbeweging te reorganiseren door het oprichten van een echte politieke partij en rekening te houden met de behoefte der vakbonden om autonoom op te treden.

Zoals men weet, is de algemene staking der Belgische arbeiders op een halve overwinning geëindigd.[3] Voor het ogenblik hebben de arbeiders enkel van de klerikale regering de belofte bekomen van het oprichten van een commissie, die ermee belast zal zijn niet enkel op lokaal vlak, maar eveneens op nationaal vlak het stemrecht te onderzoeken. De Belgische eerste minister heeft dezer dagen nog voor de kamer der volksvertegenwoordigers verklaard dat de commissie in mei zou aangeduid worden.[4]

Het spreekt vanzelf dat de belofte van de minister (zoals trouwens elke belofte die “van hoger op” komt) niets ernstigs om het lijf heeft. Men zou zelfs niet van een halve overwinning kunnen spreken als de algemene politieke situatie er geen aanduiding van was dat de algemene staking een zekere bres geslagen heeft in de oude klerikale, onverzoenlijke, harde en koppige “orde” (der ultra’s en pastoors).[5]

Wat door de staking bereikt werd is minder een halve overwinning op de regering dan wel het welslagen van de organisatie, de discipline, het élan en de strijdlust van de massa der Belgische arbeidersklasse.[6] De arbeidersklasse in België heeft er het bewijs voor geleverd dat ze in staat is een oproep van haar socialistische partij te volgen en zonder verzwakken de strijd te voeren. “Als het nodig is gaan we nog eens in staking!” Deze woorden die door een van de arbeidersleiders tijdens de staking uitgesproken werden tonen aan dat de massa er zich van bewust is een wapen vast in de hand te hebben en dat ze bereid is het nog eens te gebruiken. Wat nu de heren Belgische kapitalisten betreft, hun heeft de staking duidelijk gemaakt welke geweldige verliezen erdoor veroorzaakt werden zodat toegevingen onvermijdelijk zijn, wil het Belgisch kapitaal niet onherroepelijk ten achter geraken op het Duitse kapitaal etc.

Het grondwettelijk regiem is sinds lang stevig ingeplant in België en de politieke vrijheid is er een zeer oude verovering van het volk. De politieke vrijheid opent voor de arbeiders brede perspectieven.

Welke zijn nu de voornaamste oorzaken die het magere succes van de staking kunnen verklaren? Er zijn er twee.

De eerste is het overwicht van het opportunisme en het reformisme in de schoot van een fractie der Belgische socialisten, vooral onder de parlementairen. Gewoon als ze zijn samen te werken met de liberalen, voelen deze parlementairen zich afhankelijk van deze laatsten in het bepalen van hun houding. Dat is de reden waarom er geaarzeld werd op het ogenblik dat men tot de staking besloot en deze aarzelingen konden enkel maar schade berokkenen aan het welslagen, de kracht en de omvang van de proletarische strijd.[7] Minder rekening houden met de liberalen, hun minder vertrouwen schenken, meer vertrouwen hebben in de onafhankelijke, zelfverloochenende strijd van het proletariaat – ziedaar de eerste les uit de Belgische staking. Een tweede oorzaak van het relatief mislukken is de zwakheid van de arbeidersorganisaties en van de partij in België. In dit land bestaat de arbeiderspartij feitelijk uit het verbond van politiek bewuste arbeiders met arbeiders die dit niet zijn, met “zuivere” coöperateurs, syndicalisten enz. Dit is een groot gebrek van de Belgische arbeidersbeweging, een gebrek dat M. Jegorov van de Kievskaja Mysl, evenals de liquidatoren van de “Loetsj” [8] ten onrechte uit het oog verliezen.

Men moet meer belang hechten aan de socialistische propaganda, men moet zich meer met de consolidatie van de partijorganisatie bezig houden, een partij die zich strikt aan de principes van het socialisme houdt en er trouw aan blijft. – Ziedaar dan de tweede les uit de Belgische staking.

Verzameld Werk, deel 36, pp. 223-224.[Op basis Franse uitgave in 40 delen van Editions Sociales (Parijs) en Editions du Progrès (Moskou)]

_______________
[1] Pravda (de Waarheid) – dagblad van de bolsjewieken, opgericht in Sint-Petersburg in 1912. Verscheen legaal vanaf zijn ontstaan tot in juli 1914, en dit ondanks verschillende verbodsmaatregelen (die omzeild werden door verandering van de titel).
[2] Zie in dit verband het artikel van Marc Neymarc.
[3] Dezelfde mening over de uitslag van de staking (een “halve overwinning”) was ook tot uiting gebracht door Emile Vandervelde op het buitengewoon congres van de BWP, op 24 april samengekomen om over de werkhervatting te beslissen. Vandervelde was echter van mening dat de beweging haar objectief bereikt had door het bekomen van de belofte dat het geheel van het probleem van het stemrecht ter studie genomen werd. (Compte rendu officiel du XXVIIIe congres annuel tenu les 23, 24 et 25 mars 1913 et du congres extra-ordinaire tenu le 24 april 1913 à Bruxelles, Brussel, 1913).
[4] De commissie die door de kabinetshef de Broqueville beloofd was geworden, werd inderdaad vlug samengesteld. Men gaf haar de naam van “commissie der eenendertig”. Ze was samengesteld uit parlementairen der drie partijen, professoren en hoge functionarissen. Ze bereikte geen enkel resultaat. Er werd ten andere toegegeven dat men de resultaten van de wetgevende verkiezingen van mei 1914 afwachtte om er de nodige “aanwijzingen” uit te halen met het oog op een grondwetsherziening.
[5] Alle regeringen sedert 1884 waren homogeen katholiek geweest. De katholieke partij had nochtans, en dit ondanks een electoraal sisteem dat haar bevoordeligde, door privileges te verschaffen aan de eigendom, haar absolute meerderheid langzaam zien afbrokkelen. Bij de algemene verkiezingen van 1912 had ze echter weer stemmen en zetels bijgewonnen, daar ze op een behendige manier gebruik had kunnen maken van de overdrijvingen en de onhandigheden van de antiklerikale propaganda die door de liberalen en hun bondgenoten in de BWP gevoerd was geweest.
[6] De vakbondsorganisatie in de eerste plaats kwam versterkt uit de voorbereiding van de staking en uit de staking zelf. Van de tweede termijn van 1912 tot de tweede termijn van 1913 stegen de effectieven van de syndicale kommissie van de BWP en van de onafhankelijke syndicaten van 99.068 tot 132.072 leden. De grote vakbondscentrales die de naoorlogse stakingen zouden beheersen (metaalbewerkers, mijnwerkers, steengroeven) begonnen op hetzelfde ogenblik vastere vorm aan te nemen. De oplage van de socialistische bladen steeg eveneens.
[7] Het principe van de algemene staking werd door de BWP op haar congres van 30 juni 1912 aangenomen, en een nationaal comité werd aangeduid om haar nauwkeurig voor te bereiden. In feite hield men zich voornamelijk met het organiseren van het sparen bezig. Nadat de kamer, in februari 1913, een voorstel tot wijziging van de grondwet verworpen had, werd de staking voor 14 april aangezegd. Begin maart werd deze beslissing teruggetrokken, daar men een verzoeningspoging, die ten andere zonder resultaat bleef, niet wou bemoeilijken. Enkel tijdens het statutair congres, van 23, 24 en 25 maart werd de beslissing weer van kracht. De staking werd er nog bestreden door belangrijke leiders als Vandervelde, Huysmans, de Brouckère, Bertrand enz. Zelfs nadat de staking uitgebroken was werd de beweging nog geremd door de beslissing geen enkele meeting te houden, geen enkele manifestatie te organiseren, stakingspiketten te verbieden. In het verloop van de staking was men echter gedwongen op deze beslissingen gedeeltelijk terug te komen, en dit wegens de ontmoediging die er het gevolg van was.
[8] Loetsj (de straal) dagblad van de mensjewieken dat in Sint-Petersburg van september 1912 tot juli 1913 uitgegeven werd.


Zoek knop