V.I. Lenin
De dreigende catastrofe en hoe die te bestrijden


11. Kan men vooruit gaan wanneer men bevreesd is naar het socialisme te gaan?

Hetgeen tot dusver is uiteengezet kan bij een lezer, die opgevoed is in de gebruikelijke opportunistische gedachtegang van de sociaal-revolutionairen en mensjewieken, gemakkelijk aanleiding geven tot de volgende tegenwerping: de meeste hier geschetste maatregelen zijn in de grond van de zaak geen democratische, maar reeds socialistische maatregelen!

Deze gangbare tegenwerping, die schering en inslag is in de burgerlijke, sociaal-revolutionaire en mensjewistische pers (in deze of gene vorm), is een reactionaire verdediging van het achtergebleven kapitalisme, een à la Stroeve opgesmukte verdediging. We zijn nog niet rijp voor het socialisme, het is nog te vroeg om het socialisme ‘in te voeren’, onze revolutie is een burgerlijke, zo zegt men, — dus moet men de knecht zijn van de bourgeoisie (hoewel de grote burgerlijke revolutionairen van Frankrijk 125 jaar geleden hun revolutie tot een grote revolutie hebben gemaakt door het toepassen van terreur tegen alle onderdrukkers, landheren zowel als kapitalisten!).

De tegenover de bourgeoisie zo dienstvaardige marxisten van de koude grond, bij wie zich ook de sociaal-revolutionairen gevoegd hebben en die op deze manier oordelen, begrijpen niet (de theoretische grondslagen van hun opvatting in aanmerking genomen) wat imperialisme is, wat kapitalistische monopolies zijn, wat de staat is en wat revolutionaire democratie is. Want wie dat begrepen heeft zal moeten toegeven dat men niet voorwaarts kan gaan zonder naar het socialisme te gaan.

Iedereen heeft het over imperialisme. Maar imperialisme is niets anders dan monopolistisch kapitalisme.

Dat ook in Rusland het kapitalisme monopolistisch is geworden, daarvan getuigen aanschouwelijk genoeg het kolensyndicaat (‘Prodoegol’), het ijzersyndicaat (‘Prodamet’), het suikersyndicaat en andere. Dit suikersyndicaat laat wel heel duidelijk zien hoe het monopolistische kapitalisme overgaat in staatsmonopolistisch kapitalisme.

En wat is de staat? Dat is de organisatie van de heersende klasse, in Duitsland bijvoorbeeld die van de jonkers en kapitalisten. Daarom is datgene wat de Duitse Plechanovs (Scheidemann, Lensch e.a.) ‘oorlogssocialisme’ noemen in werkelijkheid staatsmonopolistisch oorlogskapitalisme of, eenvoudiger en duidelijker uitgedrukt, een militair tuchthuis voor de arbeiders, een militaire bescherming voor de winsten van de kapitalisten.

Nu moet men eens proberen de staat van jonkers en kapitalisten, de staat van landheren en kapitalisten te vervangen door de revolutionair-democratische staat, d.w.z. een staat die op revolutionaire manier alle privileges afschaft, die er niet voor terugschrikt langs revolutionaire weg de democratie volledig te verwezenlijken. Men zal dan zien dat het staatsmonopolistische kapitalisme in een werkelijk revolutionair-democratische staat onontkoombaar en onvermijdelijk een stap in de richting van het socialisme betekent, ja zelfs meer dan een!

Want wanneer een kapitalistische reuzenonderneming een monopolie wordt, dan betekent dit dat ze het gehele volk bedient. Als dit monopolie staatsmonopolie geworden is, dan betekent dit dat de staat (d.w.z. de gewapende organisatie van de bevolking, in de eerste plaats van de arbeiders en boeren, vooropgesteld dat er een revolutionaire democratie is) de hele onderneming leidt — in wiens belang?

Ofwel in het belang van de landheren en kapitalisten; in dat geval gaat het niet om een.revolutionair-democratische, maar om een reactionair-bureaucratische staat, om een imperialistische republiek; ofwel in het belang van de revolutionaire democratie; in dat geval is het inderdaad een stap naar het socialisme.

Want het socialisme is niets anders dan de volgende stap voorwaarts voorbij aan het staatskapitalistische monopolie. Of met andere woorden: het socialisme is niets anders dan het staatskapitalistische monopolie dat ten bate van het gehele volk wordt toegepast en daardoor heeft opgehouden een kapitalistisch monopolie te zijn.

Er is hier geen middenweg. De objectieve loop van de ontwikkeling is van die aard dat men niet van de monopolies (en de oorlog heeft hun aantal, rol en betekenis vertienvoudigd) vooruit kan gaan zonder naar het socialisme te gaan.

Ofwel is men inderdaad een revolutionaire democraat. In dat geval mag men niet bang zijn voor stappen naar het socialisme.

Ofwel is men bevreesd voor stappen naar het socialisme en veroordeelt ze op de manier van Plechanov, Dan en Tsjernov met het argument dat onze revolutie een burgerlijke is, dat men het socialisme niet kan ‘invoeren’ en dergelijke meer — en in dat geval zakt men onherroepelijk af naar Kerenski, Miljoekov en Kornilov, d.w.z. men onderdrukt op een reactionair-bureaucratische manier de ‘revolutionair-democratische’ aspiraties van de arbeiders- en boerenmassa s.

Er is geen middenweg.

Daarin nu ligt de voornaamste tegenstrijdigheid van onze revolutie.

Staan blijven kan men niet — noch in de geschiedenis in het algemeen, noch in tijden van oorlog in het bijzonder. Men moet hetzij vooruit-, hetzij achteruitgaan. Vooruitgaan in het Rusland van de 20ste eeuw, dat langs revolutionaire weg de republiek en de democratie heeft veroverd, is onmogelijk zonder naar het socialisme te gaan, zonder stappen in de richting van het socialisme te doen (stappen die door het peil van de techniek en van de cultuur zijn bedongen en er door bepaald worden: in het boerenbedrijf kan men het machinale grootbedrijf niet ‘invoeren’, in de suikerfabricage kan men dit niet afschaffen).

Als men evenwel bang is om vooruit te gaan, dan betekent dat achteruitgaan, wat de heren Kerenski’s, daarbij op een zotte wijze door de Tsereteli’s en Tsjernovs geholpen, tot grote vreugde van de Miljoekovs en Plechanovs ook inderdaad bezig zijn te doen.

De dialectiek van de geschiedenis is juist dat de oorlog, die de verandering van het monopolistische kapitalisme in het staatsmonopolistische kapitalisme ontzaglijk heeft versneld, daardoor de mensheid bijzonder dicht bij het socialisme heeft gebracht.

De imperialistische oorlog is de vooravond van de socialistische revolutie. En dat niet alleen omdat de oorlog met zijn verschrikkingen de proletarische opstand verwekt — er is geen opstand die het socialisme tot stand kan brengen, wanneer het niet economisch rijp geworden is — , maar omdat het staatsmonopolistische kapitalisme de volledige materiële voorbereiding van het socialisme is, de trap die er direct aan vooraf gaat, want er bestaat op de historische ladder tussen deze trede en die, welke socialisme heet, geen enkele tussentrede meer.

***

Onze sociaal-revolutionairen en mensjewieken benaderen het vraagstuk van het socialisme op een doctrinaire wijze, vanuit het standpunt van een door hen uit het hoofd geleerde en slecht begrepen doctrine. Ze stellen het socialisme voor als iets van een verre, onbekende, duistere toekomst.

Maar het socialisme kijkt nu reeds door alle vensters van het moderne kapitalisme naar ons; in elke maatregel van enige omvang die op basis van dit jongste kapitalisme een stap voorwaarts betekent, tekenen de omtrekken van het socialisme zich direct, in de praktijk af.

Wat is algemene arbeidsplicht?

Dat is een stap voorwaarts op de basis van het jongste monopolistische kapitalisme, een stap naar het reguleren van het economische leven in zijn geheel, volgens een bepaald algemeen plan, een stap ter besparing van arbeid van het volk, ter voorkoming van zinloze verspilling van deze arbeid door het kapitalisme.

In Duitsland stellen de jonkers (grootgrondbezitters) en kapitalisten de algemene arbeidsplicht in, die dan onvermijdelijk een militair tuchthuis voor de arbeiders wordt.

Maar neem nu eens dezelfde instelling en denk eens na over wat ze zou betekenen in een revolutionair-democratische staat. De door de Sovjets van Arbeiders-, Soldaten- en Boerenafgevaardigden ingestelde, geregelde en geleide algemene arbeidsplicht is nog geen socialisme, maar reeds geen kapitalisme meer. Dit is een geweldige stap naar het socialisme, een zodanige stap dat men — het behoud van de volledige democratie vooropgesteld — van deze stap al niet meer naar het kapitalisme zou kunnen terugkeren zonder op een ongekende wijze geweld te plegen tegenover de massa’s.